Verloren/gestolen identificatiemedium blijvend blokkeren en vervangen

Een identificatiemedium dat niet meer te vinden is, vormt een veiligheidsrisico voor uw sluitsysteem. In tegenstelling tot een vergeten identificatiemedium is hier de verblijfplaats niet meer bekend en onbevoegden kunnen zich met dit identificatiemedium toegang verschaffen.
Blokkeer een dergelijk identificatiemedium onmiddellijk. Daarbij kunt u voor de betreffende medewerker ook meteen een vervangend identificatiemedium met een andere TID, maar dezelfde instellingen en rechten aanmaken. Uw sluitelementen herkennen het vervangende identificatiemedium als een nieuw identificatiemedium (voor informatie over TID's zie Identificatiemedia, sluitelementen en het sluitschema).
- AXM Lite geopend.
- lijst met identificatiemedia of matrix geopend.
- Vervangend identificatiemedium beschikbaar.
- Geschikt programmeerapparaat aangesloten.
- Sorteer/filter desgewenst de weergegeven gegevens met
(zie ). Sorteren en filteren
- Markeer het identificatiemedium dat verloren/gestolen is.
- Klik onder het punt
.
op de button - De wizard voor het behandelen van een verloren identificatiemedium gaat open.
- Klik op de button .
- Het motiveringsvenster gaat open.
- Voer in het dropdownmenu de reden in.
- Klik op de button .
- De vraag naar het vervangende identificatiemedium gaat open.
- Klik op de button .
- De vraag naar het vervangende identificatiemedium gaat dicht.
- Vervangend identificatiemedium is al op de achtergrond in de matrix te zien.
- De vraag naar synchronisatie van het vervangende identificatiemedium gaat open.
- Klik op de button .
- De vraag naar synchronisatie van het vervangende identificatiemedium gaat dicht.
- Synchronisatie begint.
- Verloren identificatiemedium is geblokkeerd.
- Vervangend identificatiemedium is gesynchroniseerd.
- Vervangend identificatiemedium wordt in de matrix naast de verloren sleutel weergegeven.

LET OP
Wijzigingen in het sluitsysteem pas na synchronisatie effectief
Wanneer u het sluitsysteem met de AXM Lite bewerkt, dan zijn de wijzigingen in eerste instantie alleen in uw database opgeslagen.
Uw werkelijke componenten worden pas door een synchronisatie aangepast.
- Controleer de componenten in de matrix regelmatig op behoefte aan synchronisatie (zie Opbouw van de AXM).
- Voer vooral bij kritieke gebeurtenissen (bijv. identificatiemedium verloren) onmiddellijk na de reactie op het incident een synchronisatie uit (zie Synchronisatie: Vergelijking tussen sluitschema en realiteit).