Synchronisatie van database en werkelijkheid

Alles wat u in de AXM Classic wijzigt, wordt (voorlopig) alleen in de database opgeslagen. Er bestaat geen automatische verbinding tussen de database en uw sluitelementen of identificatiemedia.
Pas met de synchronisatie (zie Synchronisatie: Vergelijking tussen sluitschema en realiteit) worden de wijzigingen van kracht. U herkent in de matrix aan het symbool dat hier sinds de laatste synchronisatie iets is gewijzigd en dat een sluitelement of een identificatiemedium moet worden gesynchroniseerd.
Tijdens het synchroniseren worden gegevens in beide richtingen overgedragen:
- van de database naar het sluitelement/het identificatiemedium, bijv. wijziging van rechten
- Van het sluitelement/identificatiemedium naar de database, bijv. batterijstatus
LET OP
Wijzigingen in het sluitsysteem pas na synchronisatie effectief
Wanneer u het sluitsysteem met de AXM Classic bewerkt, dan zijn de wijzigingen in eerste instantie alleen in uw database opgeslagen.
Uw werkelijke componenten worden pas door een synchronisatie aangepast.
- Controleer de componenten in de matrix regelmatig op behoefte aan synchronisatie (zie Opbouw van de AXM).
- Voer vooral bij kritieke gebeurtenissen (bijv. identificatiemedium verloren) onmiddellijk na de reactie op het incident een synchronisatie uit (zie Synchronisatie: Vergelijking tussen sluitschema en realiteit).