Identificatiemedia, sluitelementen en het sluitschema
Via identificatiemedia
Met het verzamelbegrip identificatiemedium bedoelen we alle componenten waarmee een persoon zich bij een sluitelement kan legitimeren. Dit omvat in de eerste plaats:
- transponders
- kaarten (SmartCard)
- tags (SmartTag)
- PinCode-toetsenborden
Identificatiemedia kunnen met actieve technologie (25 kHz) en/of passieve technologie (RFID, 13,56 MHz) communiceren.
- Actieve identificatiemedia (= transponders) hebben een batterij en kunnen zelf (actief) beginnen met de communicatie met een sluitelement.
- Passieve identificatiemedia (= kaarten, tags) hebben geen batterij en moeten door het sluitelement via een inductieveld van stroom worden voorzien. Pas dan kunt u met het sluitelement communiceren.
Afhankelijk van de toepassing bieden beide technologieën voordelen.
Uw identificatiemedia hebben twee nummers die belangrijk zijn:
- Serienummer (vast in het identificatiemedium opgeslagen, wordt tijdens de synchronisatie uitgelezen)
- TID (flexibel door AXM Classic toegekend, wordt tijdens de synchronisatie op het identificatiemedium opgeslagen)
Het serienummer is een uniek nummer voor elk identificatiemedium, terwijl de TID alleen uniek is in uw sluitsysteem.
Tijdens de synchronisatie wordt in de database een koppeling gemaakt tussen het uitgelezen serienummer en de TID (=Transponder-ID). De AXM Classic weet dus welk serienummer en welke TID bij elkaar horen.
Deze koppeling blijft echter in de AXM Classic en wordt niet op identificatiemedia of sluitelementen opgeslagen. Een sluitelement controleert met de TID (en niet met het serienummer) of een identificatiemedium al dan niet bevoegd is.
In de praktijk hebben passieve identificatiemedia fysieke beperkingen (zie Kaarten en sluitielement-ID's).
Over sluitelementen
Onder het verzamelbegrip 'sluitelementen' verstaan we alle componenten die met een identificatiemedium 'geactiveerd' worden. Sluitelementen worden in de regel in een deur ingebouwd (behalve SmartRelais). Tot de sluitelementen behoren in de eerste plaats:
- cilinders
- SmartHandles
- SmartRelais
- SmartLockers
Ook sluitelementen kunnen met meerdere technologieën met de identificatiemedia communiceren:
- Actief
- Passief
- BLE
Het is belangrijk dat de gebruikte technologieën compatibel zijn met elkaar. Een passief sluitelement kan normaal gesproken niet met een actief identificatiemedium worden geopend, maar alleen met een passief exemplaar.
Elk sluitelement heeft – net als een identificatiemedium – twee belangrijke nummers:

- Serienummer (vast in het sluitelement opgeslagen, wordt tijdens de synchronisatie uitgelezen)
- SID ((flexibel door AXM Classic uit te geven, wordt tijdens de synchronisatie naar het sluitelement geschreven)
Tijdens de synchronisatie wordt in de database een koppeling gemaakt tussen het uitgelezen serienummer en de SID. De AXM Classic weet dus welk serienummer en welke TID bij elkaar horen. Deze koppeling blijft echter in de AXM Classic en wordt niet op identificatiemedia of sluitelementen opgeslagen. Een sluitelement controleert met de TID (en niet met het serienummer) of een identificatiemedium al dan niet bevoegd is.
Normaal gesproken hoeft u zich niet bezig te houden met TID en SID omdat uw AXM Classic alles op de achtergrond regelt. Een uitzondering is een verloren identificatiemedium (zie Verloren/gestolen identificatiemedium blijvend blokkeren en vervangen).
Via het sluitschema
In het sluitschema wordt sterk vereenvoudigd gezegd de matrix afgebeeld en opgeslagen. Het bevat onder andere de rechten. Dankzij het sluitschema weten sluitelementen en identificatiemedia wie bij elkaar bevoegd is.